29. Afbeeldingenbeheer
Inleiding
Afbeeldingenbeheer is bedoeld om een geopend beeldbestand te
hernoemen, verplaatsen, kopiëren of verwijderen.
- U opent afbeeldingsbeheer met een van de volgende menukeuzen:
- [Gereedschappen > Afbeeldingenbeheer > Afbeelding hernoemen...] of
- [Gereedschappen > Afbeeldingenbeheer > Afbeelding
verplaatsen...] of
- [Gereedschappen > Afbeeldingenbeheer > Afbeelding
kopiëren...] of
- [Gereedschappen > Afbeeldingenbeheer > Afbeelding verwijderen]
De naam van een afbeelding wijzigen
Klik op [Gereedschappen > Afbeeldingenbeheer > Afbeelding hernoemen...] om de naam van de afbeelding in beeld te wijzigen.
Tik in het
invoervak de nieuwe naam in,
en klik op OK.
Voer de extensie niet in. PhotoFiltre staat niet toe deze te veranderen.
De nieuwe naam van het bestand verschijnt in de titelbalk.
Als de afbeelding is gewijzigd en ng niet opgeslagen vraagt PhotoFiltre of de afbeelding moet worden opgeslagen.
- Deze opdracht kan ook worden geactiveerd met [F2].
Een afbeelding verplaatsen
Klik op [Gereedschappen > Afbeeldingenbeheer > Afbeelding verplaatsen...] om de afbeelding te verplaatsen naar een andere map.
Klik
op het knopje 
rechts van het invoervak en blader naar
de map waarheen het bestand moet worden verplaatst. Druk dan op [OK].
PhotoFiltre staat niet toe een afbeelding te verplaatsen als in de doelmap een bestand met dezelfde naam aanwezig is.
Als de afbeelding is gewijzigd en nog niet opgeslagen vraagt PhotoFiltre of de afbeelding moet worden opgeslagen.
- Deze opdracht kan ook worden geactiveerd met [Shift + M].
Een afbeelding kopiëren
Klik op [Gereedschappen > Afbeeldingenbeheer > Afbeelding kopiëren...] om de geopende afbeelding te kopiëren naar een andere map.
Klik
op het knopje rechts van het invoervak en blader naar
de map waarheen het bestand heen moet worden gekopiëerd. Druk dan op
[OK].
PhotoFiltre staat niet toe een afbeelding te verplaatsen als in de doelmap een bestand met dezelfde naam aanwezig is.
Als de afbeelding is gewijzigd en nog niet opgeslagen vraagt PhotoFiltre of de afbeelding moet worden opgeslagen.
- Deze opdracht kan ook worden geactiveerd met [Shift + C].
Een afbeelding verwijderen
Klik op [Gereedschappen > Afbeeldingenbeheer > Afbeelding verwijderen om de geopende afbeelding te verwijderen.
DXe
verwijdering moet nph bevestigd worden, zie de afbeelding rechts.
Na de verwijdering is de verwijderde afbeelding verdwenen en wordt
de volgende afbeelding in de werkruimte getoond.
- Deze opdracht kan worden geactiveerd met [Shift +
Del].
