9. Lagen: een nieuwe laag maken

Zie de index over lagen

Inleiding

Er kan alleen een nieuwe laag gemaakt worden in de RGB-modus (16 miljoen kleuren) of in de RGBA-modus (alpha-kanaal). Zet Photofiltre dus (via [Afbeelding > Modus] in een van die modi.

De nieuwe laag wordt gepositioneerd boven de actieve laag. Selecteer voor u een nieuwe laag maakt de laag daaronder. Dan hoeft u de nieuwe laag niet meer te verplaatsen.

In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen beschreven:

Een (lege) afbeeldingslaag maken

U maakt een nieuwe lege afbeeldingslaag via het menu [Laag > Nieuw > Leeg].
Photofiltre toont dan het dialoogvenster Laageigenschappen:

Positie

  • De laag kan handmatig of automatisch worden gepositioneerd.
    Zet een vinkje bij automatisch of bij handmatig.
    • laageigenschappenHandmatig:
      Geef de coördinaten van de linker bovenhoek van de nieuwe laag op.
    • Automatisch
      De laag kan automatisch gezet worden op 9 plaatsen (links- midden- of rechtsboven, links-midden- of rechts onder, links- of rechtsmidden en centrum). Klik op de juiste positie.

Afmetingen

  • De breedte en hoogte kunnen worden opgegeven als pixels, cm, inches of als percentage van de (onderliggende) afbeelding.
  • Zet een vinkje bij Hoogte/breedte-verhouding behouden
    om ervoor te zorgen dat de laag de huidige verhouding behoudt.

Laag

  • Automatische transparantie
    Als u een vinkje zet bij automatische transparantie is de laag volledig doorzichtig.
    U kunt dan geen kleur voor de laag kiezen.
  • Geen automatische transparantie
    Als u geen vinkje zet bij automatische transparantie, is de laag niet automatisch doorzichtig.
    U kunt een kleur kiezen voor de laag en daarna de laagopties instellen via [Laag > Opties].
    • Als u een vinkje zet bij Use layer opties (gebruik de laagopties) dan past Photofiltre de laagopties toe die u de vorige keer heeft gebruikt.
  • Of een laag transparant is of gekleurd, maakt niet uit. U kunt er later altijd objecten op zetten (lijnen, opgevulde vormen, een afbeelding).

Laagopties wijzigen:

U kunt de laagopties die u bij het creëren hebt ingesteld altijd wijzigen via het menu [Laag > Opties].
Dan kunnen de volgende eigenschappen worden ingesteld:

Dekvermogen

laagoptiesPhotofiltre handeert de wat ongelukkige term dekvermogen voor dekking. Dekking is het tegengestelde van transparantie.
De waarde kan worden ingesteld tussen 10% (bijna transparant) tot 100% (ondoorzichtig).
Als een laag transparant (dekking 0%) is de laag zelf niet zichtbaar, de onderliggende lagen zijn volledig zichtbaar,
Als een laag ondoorzichtig  is (dekking 100%) zijn de onderliggende lagen niet te zien, behalve voorzover ze uitsteken buiten de ondoorzichtige laag.

Slagschaduw

Deze optie simuleert een schaduw, alsof de laag boven de lagen eronder zweeft.

  • [Begin X] en [Begin Y] geven de verschuiving van de schaduw aan in horizontale (X) en verticale (Y) richting.
  • Ook kan de kleur van de schaduw worden ingesteld.
  • [Dekvermogen] geeft aan of de schaduw ondoorzichtig is (100%) of min of meer transparant.
  • Tenslotte kan de stijl van de schaduw worden ingesteld:
    • [Plat]: de begrenzing van de schaduw is scherp
    • [Toenemende omtrek]: de begrenzing van de schaduw is onscherp.
      Dit is in de praktijk de mooiste stijl voor een schaduw.
    • [Verstrooien]: de begrenzing van de schaduw is onscherp (wat korrelig).

Een tekstlaag maken

Een tekstlaag maakt het mogelijk een stuk tekst op een willekeurige plaats in de afbeelding te positioneren. Tekstkenmerken zoals lettergrootte, kleur, schaduw, positie en ook de tekst zelf kunnen op ieder gewenst moment worden gewijzigd, ook na het toevoegen van andere lagen.

Maak op een van de volgende manieren een nieuwe tekstlaag:

  • Menu: [Laag > Nieuw > Tekst]
  • of Toetsenbord: [Ctrl+T]
  • of Werkbalk: knop T

Dan opent zich het dialoogvenster Tekst, met de tabbladen [Tekst] en [Effekten]:

Het tabblad [Tekst]

tabblad tekstHet tabblad [Tekst] legt de eigenschappen van het lettertype vast én de inhoud van de tekst.

  • Selecteer eerst het lettertype en de attributen ervan (vet, cursief, doorhalen, onderlijnen=onderstrepen)
    In het veld [Voorbeeld] ziet u hoe de tekst er uit komt te zien.
  • Kies vervolgens tekstkleur, uitlijning (links, rechts, gecentreerd), de hoek waaronder de tekst komt en de antialias (voor gladdere lijnen; deze optie staat standaard aan).
  • Tenslotte tikt u de gewenste tekst in in het vak [Tekstinvoer].

De knop [Opnieuw] zet de standaardwaarden terug voor de tabbladen [Tekst] en [Effekten].

Het tabblad [Effekten]

tabblad effektenIn dit tabblad kunt u de vollgende effekten instellen:

  • [Dekvermogen]: dekking - als bij een afbeeldingslaag)
  • [X Spacing]: Extra ruimte tussen de letters.
  • [Y Spacing]: Extra ruimte tussen de regels.
  • [Slagschaduw]: een schaduw om de letters alsof ze boven de afbeelding zweven.
    Met [Begin X] en [Begin Y] geeft u op hoever de schaduw horizontaal en verticaal verschoven is t.o.v. de tekst.
    U kunt kleur, dekking en stijl van de schaduw instellen. Bij stijl kunt u kiezen uit [Plat] (scherp begrensd), [Antialiased] (vage begrenzing) of [Verstrooid] (korrelige schaduw)
  • [Streep]: Contour om de letters
  • [Vervagen]: Letters worden vaag afgebeeld
  • [Schaduw]: een soort schuine rand om de letter
  • [Negatieve modus]: de letters worden in een rechthoek gezet met de letterkleur als achtergrondskleur. De letters zelf zijn transparant.
  • [Vulpatroon]: Hiermee kunt u in plaats van een kleur een patroon kiezen waarmee de letters worden opgevuld. (Bij de negatieve modus wordt de rechthoek opgevuld met het patroon).
    U kunt kiezen uit kant en klare patronen of eventueel uit plaatsjes die u zelf gemaakt hebt. (Gebruik jpg plaatjes van 200x200px).
  • Verschil tussen Slagschaduw en Schaduw:
    De slagschaduw maakt een schaduw onder te tekst, alsof de tekst erboven zweeft.
    Schadus geeft elke letter een soort schaduwrandje, waardoor de letters een 3D-effekt krijgen.
    Beide effekten kunnen tegelijk worden toegepast.
  • De effekten Streep, Schaduw en negatieve Modus sluiten elkaar uit. Dat wil zeggen dat u maar één van deze effekten kunt toepassen, niet verschillende tegelijk.
  • Bij grote lettergroottes geven komen effekten als Schaduw of Vervagen goed tot hun recht.

Een kleurlaag maken

laagoptiesEen kleurlaag kan enkel een kleur bevatten, geen afbeeldingen of tekst.
Het is als het ware een kleurglaasje dat ervoor zorgt dat de kleur van de lagen eronder verandert, zonder dat de onderliggende lagen zelf veranderen.

U maakt een nieuwe kleurlaag via het menu [Laag > Nieuw > Kleur...].
Photofiltre toont het dialoogvenster Laageigenschappen:

  • hier kunt u de transparantie (in Photofiltre: dekvermogen) en de kleur instellen.

Een aanpassingslaag maken

laagoptiesEen aanpassingslaag kan, net als een kleurlaag, geen afbeelding of tekst bevatten.
De aanpassings-laag dient er alleen toe helderheid, contrast, verzadiging, tint en gamma van de onderliggende lagen te beïnvloeden.
Door helderheid, contrast enz in een aanpassingslaag in te stellen blijft de oorspronkelijke afbeelding intact. Door de aanpassingslaag te verwijderen krijgt u de oorspronkelijke afbeelding terug.

U maakt een nieuwe aanpassingslaag via het menu [Laag > Nieuw > Aanpassen...].
Photofiltre toont het dialoogvenster Laageigenschappen, waarin de volgende eigenschappen kunnen worden ingesteld:

  • [Dekvermogen] (transparantie)
  • [Helderheid] (de onderliggen de lagen worden helderder of minder helder)
  • [Contrast] (de onderliggende lagen krijgen meer of minder contrast)
  • [Verzadiging] (de kleuren in de onderliggend lagen worden meer of minder verzadigd)
  • [Tint] (de tint van de onderliggende lagen wordt aangepast)
  • [Gamma-correctie] (de gamma van de onderliggende lagen wordt hoger of lager. Gamma is een soort contrast voor de middentonen).

Een laag plakken

De eenvoudigste manier om een nieuwe laag te maken gaat met kopiëren en plakken.
Kopieer de gewenste afbeelding of tekst met [Ctrl-C] naar het klembord,
open de afbeelding waarin u de de nieuwe laag wilt plakken in Photofiltre en plak de kopie op een van de volgende manieren:

  • Menu: [Bewerken > Plakken]
  • of toetsenbord: [Ctrl+V]
  • of door rechtsklikken > [Plakken]).

Photofiltre plakt de kopie als een nieuwe laag.
Als de kopie transparantie bezat, krijgt ook de nieuwe laag transparantie.

  • U hoeft geen kopie te maken uit Photofiltre. Het kan ook vanuit uw browser of vanuit Word (voor teksten), kortom vanuit elk programma dat kopiëren via het klembord ondersteunt.
  • Photofiltre maakt bij plakken altijd een nieuwe afbeeldingslaag, ook als een tekst wordt geplakt. Dat betekent dat de tekst dan niet meer kan worden aangepast.
    Natuurlijk kan de laag met de tekst wel worden verwijderd, om daarna een nieuwe tekst in te voeren (in een tekstlaag of met knippen en plakken).

Een laag maken van een afbeeldingsbestand

Via het menu [Laag > Nieuw > Open als laag] kunt u een afbeelding op schijf binnenhalen als nieuwe afbeeldingslaag. Met [Laag > Opties] kunt u de opties van de nieuwe laag openen om die aan te passen. Zo kunt u de dekking en de schaduw instellen.
Zie bij  laagopties wijzigen  eerder in dit hoofdstuk voor een beschrijving van de opties.


 
naar de indexnaar de vorige paginanaar de volgende pagina