30. Photofiltre aanpassen

Inleiding

PhotoFiltre kan uitgebreid worden geconfigureerd in een dialoogvenster met 10 of 11 tabbladen (afhankelijk van de Windows versie die u gebruikt).

  • Klik op [Gereedschappen > Voorkeuren...] om dit dialoogvenster te openen.

Het bladeren tussen de verschillende tabbladen gaat wat anders dan bij andere programma's, maar wel heel handig. Zie de afbeelding bij het tabblad [Mappen]:

  • Bladeren gaat met de pijltoetsjes naar links en naar rechts (bij de rode pijltjes in de figuur)
  • of door te kiezen uit het afrolmenu (pijltoets omlaag bij het groene pijltje in de figuur).

Het tabblad [Mappen]

tabblad dialoogvensterU kunt opgeven welke map standaard gebruikt voor openen én welke map standaard wordt gebruikt voor opslaan.

Unieke map voor openen en bewaren

  • Zet een vinkje bij
    [Unieke map voor openen en bewaren]
    als u voor openen en opslaan dezelfde standaardmap wilt gebruiken.
    (Als dat vinkje is gezet kan de [Map voor opslaan] niet meer worden ingevuld. Die is dan hetzelfde als de [Map voor openen].
    of
  • Haal het vinkje weg als u voor opslaan een andere map wilt gebruiken dan voor openen.
    (bv. de map 'origineel' om te openen, de map 'gewijzigd' voor opslaan.)

Bescherm mappen

  • Zonder vinkje
    Telkens als u een afbeelding opent in een bepaalde map,
    maakt PhotoFiltre die map de nieuwe [Map voor openen].
    En telkens als als u een afbeelding opslaat in een bepaalde map,
    maakt PhotoFiltre die map de nieuwe [Map voor opslaan].
    (Als er een vinkje staat voor [Unieke map voor openen en bewaren]
    past PhotoFiltre de [Map voor openen en opslaan] telkens aan
    als een bestand wordt geopend of opgeslagen).
    Deze manier van werken is handig als u afbeeldingen verspreid over veel verschillende mappen bewerkt.
  • Met vinkje
    De op dit tabblad opgegeven mappen blijven de standaard mappen.
    Natuurlijk kunt u vandaar wel bladeren naar een andere map.
    Deze manier van werken is handig als veel afbeeldingen die u bewerkt in dezelfde map staan.

Het tabblad [Openen...]

tabblad dialoogvensterRotatie gebaseerd op EXIF orientatie

  • Als dit vakje is aangevinkt gebruikt PhotoFiltre de EXIF informatie om te bepalen of de afbeelding staand of liggend wordt geopend.
  • Als dit vakje niet is aangevinkt opent PhotopFiltre de afbeelding in de stand waarin die is opgeslagen.

Open afbeelding in 16 miljoen kleuren

  • Als dit vakje is aangevinkt worden afbeeldingen altijd geopend in 16 miljoen kleuren (RGB). Dit is de modus waarin alle gereedschappen gebruik kunenn worden.
  • Als dit vakje niet is aangevinkt worden afbeeldingen geopend in de modus waarin ze zijn opgeslagen.

Het tabblad [Bewaren]

tabblad dialoogvensterStandaard formaat

  • Met vinkje
    Het bestand wordt standaard opgeslagen in het door u aangegeven formaat (in de figuur rechts: JPEG).
    U kunt wel het formaat wijzigen door uit de afrollijst een ander bestandsformaat te kiezen.
    • Let op: dit geldt alleen bij [Opslaan als] of bij nog niet eerder opgeslagen afbeeldingen.
      Een al eerder opgeslagen afbeelding wordt bij de keuze [Opslaan] opgeslagen onder de zelfde naam, in dezelfde map en in hetzelfde bestandsformaat als waarin het geopend werd.
  • Zonder vinkje
    De afbeelding wordt opgeslagen in hetzelfde bestandsformaat als voor de wijziging.
    Het formaat van een nog niet eerder  opgeslagen afbeelding wordt bepaald door eigenschappen van de afbeelding. (Een afbeelding uit meerdere lagen wordt opgeslagen in pfi-formaat, een afbeelding met een laag en transparantie in png-formaat, andere afbeeldingen meestal in bmp-formaat.)
    U kunt wel een ander bestand-formaat kiezen.

Het tabblad [Geschiedenis]

tabblad dialoogvensterHet aantal wijzigingen (stappen) dat u ongedaan kan maken heeft  afbeeldingsgeschiedenis.
In principe geldt 'hoe groter de afbeeldingsgeschiedenis  hoe beter'. Een grote afbeeldingsgeschiedenis vraagt echter een computer met meer intern geheugen.

In de grafiek op het tabblad staat hoeveel staat geheugen u ongeveer nodig hebt om comfortabel te werken bij een bepaalde afbeeldingsgeschiedenis.

  • Deze instelling gaat pas in voor de eerstvolgende afbeelding die geopend wordt.

Het tabblad [Gereedschappenpalet en rooster]

tabblad dialoogvensterLocatie gereedschapspalet

U kunt kiezen uit de posities

  • Zwevend
    Het palet kan verplaats worden
  • Links
  • Rechts

Rooster

Hier kunt u de eigenschappen van het rooster opgeven.
Dit rooster kan zichtbaar gemaakt worden objecten nauwkeuriger te plaatsen. Het kan zelfs magnetisch gemaakt worden zodat objecten alleen op de kruisingen van de roosterlijnen worden geplaatst.

Ingesteld kunnen worden:

  • Eenheden (pixels, cm of inches)
  • Kleur (van de roosterlijnen)
  • Celafmetingen 
    • De celafmetingen in pixels kunt u instellen tussen 1 en 300 pixels. De afmetingen gelden horizontaal en verticaal: de cellen zijn vierkant.
    • Is de eenheid ingesteld op cm of inches dan kan geen getal worden ingevoerd. De cel is dan 1 cm x 1 cm dan wel 1 inch x 1 inc.

Het tabblad [Standaard waarden]

tabblad dialoogvensterEenheden:

Kies voor afbeeldingen en voor afdrukken de standaard eenheid:

  • Afbeelding
    • pixels, cm of inches
  • Afdrukken
    • cm of inches

Dialoogvensters

Zet al of niet een vinkje bij [Memorize parameters]

  • Met vinkje
    Bij het openen zijn de ingestelde waarden hetzelfde als waarin het venter de laatste keer werd gesloten.
    Een klik op [Opnieuw] zet de instellingen in het dialoogvenster terug op de standaard waarden.
  • Zonder vinkje
    Dialoogvensters openen altijd met de standaard waarden.

Het tabblad [Plug-ins werkbalk]

tabblad dialoogvensterOp dit tabblad kunt u opgeven welke plug-ins op de plug-ins werkbalk worden getoond.

  • Vink de plug-ins aan die u op de werkbalk wilt weergeven.

Let op:

  • Als er geen plug-ins zijn geïnstalleerd is het venster leeg. (logisch)
  • De plug-ins werkbalk toont maximaal 20 plug-ins.
    (hoewel er op grotere schermen ruimte lijkt voor meer).
    Als u meer dan 20 plug-ins aanvinkt, worden alleen de eerste 20 getoond.
  • Als u geen enkele plug-in is aangevinkt komen de eerste 20 plug-ins op de balk. (Als er minder dan 20 plug-ins zijn geïnstalleerd, worden alle geïnstalleerde plug-ins getoond.
  • Zorg ervoor dat op het tabblad [Opstarten] een vinkje staat bij [Plug-ins laden bij het opstarten].
    Anders zijn worden de plug-ins bij het opstarten niet geladen. Ze zijn dan niet beschikbaar (niet zichtbaar op de plug-ins werkbalk en in de  menu's).
  • Vergeet niet om de plug-ins werkbalk zichtbaar te maken via [Beeld > Plug-ins werkbalk] anders ziet u niets, hoeveel vinkjes u ook hebt gezet.
  • Sommige Plug-ins zijn alleen actief als een afbeelding is geopend of als een gebied is geselecteerd. Is dit niet het geval dan wordt het icoon van de betreffende plug-in 'gedimd' weergegeven.
  • Veranderingen op dit tabblad worden pas van kracht als PhotoFiltre opnieuw wordt opgestart.

Het tabblad [JPEG-compressie]

tabblad dialoogvensterHier wordt aangegeven hoe een jpeg-afbeelding wordt opgeslagen. Er zijn twee standen: [Gebruiker vragen] en [Forceer standaard compressie]/

Gebruiker vragen

Als een afbeelding wordt opgeslagen in jpeg-formaat vraagt PhotoFiltre met welke compressie het bestand moet worden opgeslagen. Dit kan worden ingesteld door de schuif te verplaatsen. Standaard staat de schuif op 90%.

Forceer standaard compressie

Als u deze mogelijkheid op het tabblad aanklikt kunt u de compressie met de schuif instellen.
PhotoFiltre slaat voortaan jpeg-afbeeldingen in de hier aangegeven compressie, zonder iets te vragen.

  • De compressie kan worden ingesteld van 10 tot 100.
    - 10 levert het kleinst mogelijke bestand op, met de slechtste beeldkwaliteit.
    - 100 geeft de minste comnpressie, het grootste bestand, met de beste beeldkwaliteit.

Het tabblad [Opstarten]

tabblad dialoogvensterOp dit tabblad geeft u op met welke instellingen PhotoFiltre opstart. Een aantal van deze instellingen heeft invloed op de snelheid waarmee het programma werkt, vooral op oudere compuers met weinig intern geheugen.

Alle instellingen op dit tabblad worden pas van kracht de volgende keer dat PhotoFiltre wordt opgestart.

Meerdere instanties toelaten

Met vinkje
PhotoFiltre verschillende keren geopend worden.
Als u PhotoFiltre bijvoorbeeld 3x opent, staat PhotoFiltre 3x op de taakbalk.

Zonder vinkje
PhotoFiltre kan maar één keer gestart worden.
Als u PhotoFiltre 3x tracht te openen, staat er toch maar één exemplaar van PhotoFiltre op de taakbalk.
U kunt hierin wel verschillende afbeeldingen openen.

Geoptimaliseerde weergave uitschakelen

Met vinkje bij deze optie worden de knoppen en kaders minder mooi weergegeven. Daardoor wordt het programma  sneller.
Aanbevolen voor oudere computers met weinig intern geheugen.

Achtergrond-patroon uitschakelen

Zet hier een vinkje voor een egale vensterachtergrond. (Zonder vinkje bestaat de achtergrond uit een patroon. Het verschil is niet groot.)

XP-menu uitschakelen

(Alleen) in XP verbetert PhotoFiltre de weergave van menu's door het toevoegen van kleurverloop en door de sneltoetsen in rood te tonen. Zet hier een vinkje om standaard menu's te gerbuiken.

Plug-ins laden bij opstarten

Zet hier een vinkje om de geïnstalleerde plug-ins te laden bij opstarten. Zonder dit vinkje zijn de plug-ins niet beschikbaar.

  • Als u tijdelijk geen enkele plug-in wilt gebruiken hoeft u de plug-ins niet te verwijderen. Het weghalen van het vinkje volstaat. Zonder plug-ins start PhotoFiltre sneller.
    Zet u later het vinkje weer dan zijn alle plug-ins aanwezig.

Laatste gebruikte bestanden wissen

Via het menu [Bestand > Laatst gebebruikte bestanden...] kunt u zien welke bestanden u hebt geopend.
U kunt ook een van deze bestanden openenen door er op te klikken. De lijst is maximaal 12 bestanden lang.

  • Zet hier een vinkje als u wlit dat deze lijst bij het afsluiten van PhotoFiltre wodrt gewist.

Splashscreen uitschakelen

Bij het openen van PhotoFiltre verschijnt korte tijd een opstartscherm waarin wordt aangegeven welke plug-ins worden geladen.

  • Zet hier een vinkje om dit opstartscherm niet te tonen.

Alfa-mix dialoogvensters

  • Zet hier een vinkje voor enigszins doorschijnende dialoogvensters.
    Zonder dit vinkje zijn de dialoogvensters ondoorzichtig.

Het tabblad [Overig]

tabblad dialoogvensterIn het tabblad [Overig] staan nog een aantal eigenschappen die u al of niet kunt inschakelen.

Toon actieve lagenbeperking

  • Met een vinkje wordt de rand van de actieve laag aangegeven met een stippelijn. Zonder vinkje niet.

Werkelijke grootte van positieaanwijzer voor tekening

  • Met vinkje is de vorm van de aanwijzer afhankelijk van het gekozen gereedschap, de grootte van de grootte van de afbeelding en de gebruikte vergroting.
    Hierdoor kan nauwkeuriger worden getekend.

Teken op Alfatransparantie

  • Met vinkje verandert PhotoFiltre de transparantie bij gebruik van een tekengereedschap.
    Met gummen bijvoorbeeld, wordt een laag transparant.
  • Zonder vinkje verandert PhotoFiltre de transparantie niet bij het gebruiik van tekengereedschap.

In/uitzoomen met muiswiel uitschakelen

  • Met vinkje kan niet gezoomd worden met het muiswiel.
    Zoomen is alleen mogelijk via de werkbalk.

Automatisch geselecteerde laag

  • Met vinkje selecteert waarop het aangeklikte object zich bevindt.
  • Zonder vinkje kan een laag alleen geselecteerd woren via de lagenbalk.

Toon laagnummer

  • Met vinkje worden de lagen in de lagenbalk voorzien van een nummer. Het komt tussen haakjes achter de naam van de laag. De lagen worden genummerd van onder naar boven.
  • Zonder vinkje krijgen de lagen in de lagenbalk geen nummer tussen haakjes.

  • Ook zonder vinkje krijgen nieuwe lagen een naam met een nummer: laag 1, laag 2, laag 3. 
    Als de lagen hernoemd worden zijn is die nummering verdwenen. En als lagen van positie worden veranderd (hoger of lager op de stapel wortd gelegd) geeft het nummer niet meer de plaats van de  laag aan.

Expand layer for drawing

  • Met vinkje wordt een laag groter als getekend wordt buiten de rand van de laag.
    De laag wordt echter niet groter dan de achtergrond.
  • Zonder vinkje kan een laag door het tekenen niet groter worden.

Vista en Windows 7


Op computers met Windows Vista of Windows 7 is nog een extra tabblad beschikbaar.
Hierin kunnen een aantal eigenschappen van het beeldvenster worden ingesteld:

  • Achtergrond kleur
    De kleur van de werkruimte
  • Kleur 1
    Kleur van de werkbalk van PhotoFiltre
  • Kleur 2
    Kleur van het gereedschapspalet en de plug-ins op de werkbalk.
  • Standaard waarden
    Zet alle kleuren terug op de vooraf instelde waarden (grijs, blauw, blauwgroen)
  • Systeem waarden
    Stelt de kleuren in op de standaardkleuren van Windows.
  • Gebruik XP-dialoogvensters
    De dialoogvensters zijn in de stijl  van XP
  • Gebruik XP-weergave
    De hele interface heeft de stijl van Windows XP.

Alle instellingen worden pas van kracht nadat PhotoFiltre opnieuw is opgestart.


 
naar de index naar de vorige pagina naar de volgende pagina