Een bit is een geheugen-element die twee waarden kan aannemen,
meestal aangeduid met 0 en 1.
Omdat een schakelaar twee standen heeft (aan en uit) kan een schakelaar
dienst doen als een geheugen-element van 1 bit.
In de praktijk zijn computergeheugens dan ook opgebouwd met vele
miljarden schakelaars die elk een 0 of een 1 kunnen representeren.
Een bit kan maar twee getallen opslaan 0 en 1. Om ook grotere
getallen op te kunnen slaan, combineert men verschillende bits. Met
twee bits kan men al vier getallen opslaan (00, 01, 10,11) die de
getallen 0 t/m 3 kunnen voorstellen, met drie bits zijn er acht
mogelijkheden (000,001,010,011,100,101,110,111) de de getallen 0 t/m 7
voorstellen.
Combinaties van 8 bits worden
een byte genoemd. Deze kennen
256 mogelijkheden (00000000...11111111), die de getallen 0 t/m 255
kunnen voorstellen.
Een kleur kan worden weergegeven door 3
getallen, de RGB-kleurwaarden.
Het eerste getal geeft de helderheid van Rood aan, het tweede de
helderheid van Groen, het derde de helderheid van Blauw. Elke
kleurwaarde ligt
tussen 0 (donker) en 255 (zo helder mogelijk).
(De maximale kleurwaarde is 255 omdat getallen t/m 255 precies in één byte kunnen worden opgeslagen.
Enkele voorbeelden:
RGB kleurwaarde: |
0,0,0 |
255,255,255 |
128,128,128 |
255,0,0 |
0,255,0 |
0,0,255 |
128,64,192 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
kleur: |
zwart |
wit |
grijs |
rood |
groen |
blauw |
paars |
ziet er uit als: |
|
Slepen (of verslepen) is het verplaatsen van een object met de muis door:
Tolerantie geeft aan hoeveel kleurverschil wordt toegestaan,
bijvoorbeeld bij het instellen van een transparantiekleur of bij
selectie met het
toverstokje. De tolerantie loopt van 0 tot 100.
Een tolerantie 0 accepteert alleen pixels met de opgegeven kleur, geen
enkele afwijking.
Een tolerantie 100 accepteert niet alleen de opgegeven kleur, maar ook
pixels met een (flinke) afwijking.
Stel de opgegeven kleur heeft de RGB kleurwaarden R0, G0,
B0. (Elders op deze bladzijde meer over kleurwaarden.)
Tolerantie n betekent dan dat
alle kleuren geaccepteerd worden waarvan de RGB kleurwaarden niet meer
dan n afwijken van R0, G0, B0.
Geaccepteerd worden dus kleuren met
Heeft u met het toverstokje een kleur
aangeklikt met de kleurwaarden RGB(200, 150, 100)
en is de tolerantie ingesteld op 50, dan worden alle beeldpunten
geselecteerd met
een roodwaarde tussen 150 en 250 (200±50), een groenwaarde tussen 100
en 200 (150±50), en
een blauwaarde tussen 50 en 150 (100±50). (grenzen inbegrepen)
In de selectie opgenomen kleuren zijn dan bijvoorbeeld RGB (230, 195,
50), RGB (200,150,100), RGB(150,150,150), RGB(250,200,100),
RGB(150,100,0)
Niet in de selectie opgenomen worden bijvoorbeeld RGB(200,150,0),
RGB(255,255,255), RGB(255,150,100).
Heeft u de transparantiekleur ingesteld op RGB(140,250,200) en de
tolerantie op 40,
dan worden transparant: alle kleuren met een roodwaarde tussen
100 en 180, een groenwaarde tussen 210 en 255 en een blauwwaarde tussen
160 en 240 (grenzen inbegrepen).
(Let op de groenwaarde is niet
tussen 210 en 290, omdat de kleurwaarden maximaal 255 kunnen zijn.)
Voorbeeld 3 is hetzelfde als voorbeeld 2. Nu is de tolerantie 0.
Dan wordt alleen de ingestelde kleur RGB(140,250,200) transparant.
Transparantie is de eigenschap dat een voorwerp doorzichtig is.
Voorwerpen achter het transparante voorwerp zijn zichtbaar. Glas
bijvoorbeeld is bijna volledig transparant.
De begrippen dekking en transparantie zijn elkaars tegengestelde. Een
voorwerp met volledige dekking is niet transparant en een
volledig transparant voorwerp heeft geen dekking (dekking 0).
Bij gedeeltelijke transparantie gaat slechts een deel van het licht
door het voorwerp heen, bv. 40%. Dit heet dan 40% transparantie (oftewel
60% dekking, want transparantie en dekking zijn bij elkaar opgeteld
100%).
PhotoFiltre kent (net als sommige andere tekenprogramma's) twee soorten transparantie, 'gewone' transparantie en alfa-transparantie.
Bij gewone transparantie kan één kleur volledig transparant
gemaakt
worden. Dat wil zeggen dat de dekking van die kleur 0% is. De dekking
van alle andere kleuren is 100%; die kleuren zijn niet transparant.
Een dekking van bv. 40% is niet mogelijk.
Gewone transparantie kan in PhotoFiltre
worden toegepast bij 256 (geïndexeerde) kleuren en RGB kleuren.
Bij alfatransparantie kan in principe elk deel van een laag geheel
of gedeeltelijk transparant worden gemaakt.
Dit wordt bereikt door de transparantie per pixel vast te leggen.
Dit gebeurt in het zogenaamde alfa-kanaal; de daarbij horende
opslagmethode (modus) wordt de RGBA
modus genoemd (Rood, Groen, Blauw, Alfakanaal). Het is een
uitbreiding van de RGB modus. (Zie eerder op deze bladzijde bij RGB
kleurwaarden).
In de RGBA-modus wordt elke pixel als volgt vastgelegd in 4 bytes:
Een dekking van 0 betekent volledig transparant, een dekking van 255 volledig ondoorzichtig (niet transparant), een dekking van 127 is dus half transparant (50%).
De alfatranspantie is dus veel flexibeler dan gewone transparantie: van elke pixel kan de dekking afzonderlijk worden vastgelegd (varierend tussen 0 - volledig transparant tot 255 - volledig ondoorzichtig).
Alfatransparantie kan alleen worden opgeslagen in formaten die de
RGBA methode ondersteunen: PNG en PFI.